zaterdag 5 oktober 2013

Rare jongens, die Chinezen!

Als we op Beijing Centraal uit de trein stappen, is dit niet alleen het einde van onze Transmongolië Express, maar het betekent ook het einde van de leegte, de ruimte en de rust. Er zit weinig anders op dan met de mensenmassa mee te bewegen richting de uitgang van het treinstation. Na een half uur in de rij staan voor een metrokaartje, mogen we voor een kwartje zo lang reizen als we willen. Hier halen we de door ons gemiste portie reclameadvertenties (van 20 dagen) binnen no-time in: naast stickers, posters en tv-schermpjes in de metro, zijn er aan de wanden van de ondergrondse metrotunnels beeldschermen bevestigd waar advertenties ons precies met de snelheid van onze metro volgen.

Beijing, met z'n leuke hutongs, bevalt ons goed en we verblijven er bijna een week. Het is wel even wennen aan de grote hoeveelheden toeristen die, net als wij, op alle hoogtepunten af komen. Waar er in Mongolië vaak niet meer dan een handjevol andere toeristen waren, worden er bijvoorbeeld in het Zomerpaleis 35.000 toeristen verwacht op de regenachtige dinsdag van ons bezoek. Enkele Chinese eigenaardigheden waar we echter nooit aan zullen wennen zijn: het gerochel en gespuug, het gedrang (met name bij het in- en uitstappen van een openbaar vervoersmiddel), het compleet overbodige geschreeuw, de fantastische kinderbroeken met plas/poepgat (bijvoorbeeld handig als je je kind in de trein boven een prullenbak zijn of haar behoefte wil laten doen!), en ohja, of we met ze op de foto willen.