maandag 24 maart 2014

Lemongrass & chili

De Nederlandse keuken is maar saai, als je het met de Thaise keuken vergelijkt. In Thailand is elk gerecht een feest, met altijd een perfecte balans tussen zoet, zuur, zout en pittig. Met name voor het lekkere eten besloten wij een weekje naar Thailand te gaan.

We settelen ons voor vijf nachten in het noorden van Thailand, in de stad Chiang Mai. Nadat we onszelf de eerste vier dagen verwennen met alle Thaise klassiekers (pad thai, tom yam soep, groene curry, glasnoodle salade en mango met sticky rice) in leuke restaurantjes en op de nightmarket, vinden we het de vijfde dag tijd om zelf Thais te leren koken. Via Tripadvisor vinden we een super leuke kookschool (Thai Orchid Cooking School), waar al deze Thaise klassiekers aan bod komen. Op smaak gebracht met lemongrass, limoen(bladeren), vissaus, soyasaus, garnalenpasta, gember, (palm)suiker, chilipepers en koriander (allemaal ingrediĆ«nten waar de Hollandse keuken geen gebruik van maakt, maar die ze hier in bijna elk gerecht gebruiken) zijn de maaltijden die we koken om je vingers bij af te likken.


maandag 17 maart 2014

Schommelend door Myanmar

Onze vijftiende en zestiende treinrit van onze reis maken we in Myanmar. Ondanks dat we al aardig wat uren op het Aziatische spoor hebben doorgebracht, vinden we het wederom fascinerend. Op ons harde houten bankje schommelen we van links naar rechts en de rit doet op sommige momenten meer aan een boot denken dan aan een trein.


maandag 10 maart 2014

Het land van de paya's, longyi's en thanaka

Op 5 februari vliegen we naar het dertiende land van onze reis, Myanmar (ook wel bekend als Birma). Nog voordat we geland zijn, zien we door ons vliegtuigraam de eerste paya's (de Birmese benaming voor Boeddhistische tempels) boven de bomen uit steken. Het blijken de eerste van velen. Dat het Boeddhistische geloof in dit land nog een hele grote rol speelt, valt ons ook op als we de volgende dag ontelbaar veel monniken op blote voeten in de stoffige straten van Yangon treffen. De mannelijke monniken gewikkeld in een rode doek, de vrouwen in het roze. Met een grote pot onder de arm (om hun maaltijd bij elkaar te verzamelen), hun kortgeschoren kop en veelal een paraplu in de hand tegen de felle zon, is het een mooi gezicht.